Naam: Complex woningen, bedrijfsruimten en parkeergarage De Tussenstrook Den Haag
Type: bedrijfsruimten; ,parkeergarages; ,woningbouwcomplexen;
Opdrachtgever: WBV 's Gravenhage, Wilma Bouw (bedrijfsruimtes)
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Bosch, Th.J.J. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1988, 1986-; Bosch, Th.J.J. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1993, voorlopig ontwerp uitbreiding met woningen en wink-; onbekend (Compaan);
Bijdragen: Wilma Den Haag -uitvoering-, onbekend -uitvoering uitbreiding met woningen en winkels-,
Adres: Elandstraat, Den Haag; Witte de Withstraat, Den Haag;
Archiefgegevens: NAI/BOSC 174, 175, 176, 177, 178, 179, 180, 516, 518, 508, 509, 510, 511, 512, 5
Bijzonderheden:

Dat stadsvernieuwing meer kan zijn dan het invullen van gaten kon Theo Bosch in Den Haag voor het eerst demonstreren in een wijk waar tot dan toe vernieuwing had plaatsgevonden, zonder brede visie op deze complexe opgave. Met de Tussenstrook werd via een krachtige stedenbouwkundige ingreep niet alleen structuur aangebracht in een verbrokkeld gebied, de herintroductie van de voor het Zeeheldenkwartier kenmerkende combinatie van wonen en werken leverde een impuls aan de rehabilitatie van de wijk.
Het complex omvat 96 woningen, 2700 m2 bedrijfsruimte en een parkeergarage met 62 plaatsen. De ondiepe kavel werd bebouwd met stroken van 115,5 en 37,5 meter waarvan de onderbouw volledig werd ingericht met bedrijfsruimtes. Hierboven zijn rond een binnenstraat etagewoningen gesitueerd. De straatwanden met hun regelmatig patroon van erkers passen goed in de Haagse traditie van ritmisch gelede gevels. De lange wanden worden onderbroken ter hoogte van de Elandstraatkerk. De kopse zijden van de bouwstroken flankeren hier een plein dat de nodige ruimte geeft aan het forse bouwvolume.
De symmetrie van het plan, de hoge arcades, de slanke kolommen en de ruim gedimensioneerde buitentrappen verschaffen het gebied een zekere monumentaliteit. Al met al cre?erde Bosch een woonmilieu met een kwaliteit die in de meeste sociale woningbouwprojecten niet werd gehaald.
Het Zeeheldenkwartier werd ooit een 'twijfelwijk' genoemd. Het werd niet beschouwd als een sjieke, maar wel als een fatsoenlijke woonbuurt. Het rechthoekige slotenpatroon was door particuliere bouwmaatschappijen gebruikt als onderlegger voor de aanleg van een woonbuurt met lange evenwijdige straten. In deze buurt met bedrijfjes en winkels in de levendige hoofdstraten trad in de jaren zestig het verval in.
Tijdens de periode van de inspraakstadsvernieuwing ontwikkelde de bewonersorganisatie 'De Groene Eland' een bouwplan voor een smalle strook grond langs een sloot, met bouwvallige bedrijfspanden op de achtererven van woningen. De gemeente Den Haag zag echter weinig perspectief in dit renovatieplan. Het paste niet in de nieuwe aanpak zoals die was gelanceerd met de 'Kampagne stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit'. Er ontstond een sfeer van koude oorlog in het Zeeheldenkwartier. Adri Duivesteijn, de wethouder van ROSV, benaderde Bosch vanwege zijn vermogen oude structuren nieuw leven in te blazen en vanwege de positieve resultaten in het bewonersoverleg.
Op 16 april 1986 keurde de Haagse Raad het schetsplan van Theo Bosch goed. Hierdoor liep in de buurt de spanning verder op en de bewoners lieten zich niet vertegenwoordigen in het Bouwteam. Gaandeweg wist Bosch toch het vertrouwen van de buurt te winnen, vanwege de algehele kwaliteit van het plan, zijn sociale bewogenheid en onbevangen optreden.
Kenmerkend voor de structuur van de buurt zijn langwerpige gesloten bouwblokken. De strook bouwgrond aan de Elandstraat was zelfs zo smal dat de binnenzijde van een gesloten bouwblok op maaiveldniveau te donker zou worden. Bosch wilde echter wel aansluiten op de rooilijnen in de omgeving. Dit werd opgelost door het dak van de bedrijfsruimtes in te richten als binnenstraat, waaromheen woningen werden geconcentreerd. Door het gesloten bouwblok met woningen op rubberveren te plaatsen konden zich bedrijven met een hoge geluidsproductie vestigen, al was dat ook de reden dat de hoekwoningen op straatniveau uit het plan werden geschrapt. Bosch had dit idee gelanceerd, om het wonen en werken op straatniveau meer te verweven.
De bedrijfsruimtes werden hoog uitgevoerd om de bouw van insteekverdiepingen optioneel te maken en het basement een maat te geven die paste in het ruimteprofiel van de Elandstraat. De grote glaspuien langs de hoge arcades dragen bij aan de verlevendiging van het straatbeeld. In het lange blok is een passage voor voetgangers en fietsers opgenomen die via gebogen trappen toegang verschaft tot de parkeergarage. De passage is gesitueerd ter hoogte van de Roggeveenstraat en de Crispijnstraat hetgeen uitzichten verschaft in de lengterichting van deze dwarsstraten. De open trappenhuizen aan de tegenoverliggende kopgevels van de beide bouwstroken zijn ruim opgezet en geven de woningcomplexen een voornaam uiterlijk. Het betreden van de tamelijk luie trap wordt vergemakkelijkt door een tussenbordes.
De driehoekige, transparante kappen markeren de plaats van de trappartij die toegang verschaft tot de opgetilde binnenstraat. Een ander herkenbaar element is de vrijstaande glazen liftkooi in een turqoise gekleurde zetting. Net als bij enkele andere bijzondere stadsvernieuwingsprojecten uit deze periode, besloot de wethouder de portemonnee niet op de knip te houden.
Het toegankelijk maken van binnenterreinen door er de woningtoegangen te situeren, is een oplossing die Bosch na de introductie in de Jordaan herhaaldelijk heeft toegepast. In de Tussenstrook gebeurt dit via een combinatie van portieken en galerijen op de korte zijden van de blokken.
De binnenstraat is semi-openbaar en in hoofdzaak het domein van de bewoners. De passant die er een kijkje neemt, wordt verrast door een fris ogende hof waarvan de wanden net als de straatgevels zijn voorzien van lichtgeel pleisterwerk dat voor de nodige lichtreflectie zorgt. Het licht kan zelfs doordringen tot in de arcade door een cirkelvormig gat in het dek. Het steenachtig karakter van het binnengebied wordt in de warmere seizoenen verzacht met bloemen en planten die bewoners plaatsen op semi-openbare plekken en op de priv?-terrassen die zijn gecre?erd via het terugleggen van een paar delen van de hoogste bouwlaag. Behalve deze buitenruimtes zijn ook de meeste slaapvertrekken aan de rustige binnenzijde van het bouwblok gesitueerd en alle woonkamers consequent aan de straatzijde.
Het woningaantal werd tijdens het ontwerpproces uitgebreid van 91 naar 96. De zevenkamerwoningen werden geschrapt en de door de architect bepleite evenwichtige verhouding tussen kleine en grote woningen werd omgebogen naar een merendeel van twee- en driekamerwoningen, omdat hier volgens de opdrachtgever de meeste vraag naar was. Aan de voor Bosch typerende variatie in plattegronden (met 17 basistypen) werd niet getornd en met maisonnettes en bejaardenwoningen werd in de ogen van Bosch een acceptabele differentiatie bereikt. Van de 96 serres (waarvan de helft op het Noordwesten is geori?nteerd) is een aantal uitgevoerd met een riante diepte van twee meter. In combinatie met een vide leverde dit maisonnettes op met bijzondere ruimtelijke kwaliteiten. Door de toepassing van vides aan de straatzijde zijn deze maisonnettes voorzien van serres die aangelicht worden door dubbel hoge erkers. Het licht kan tot diep in de woningen doordringen, onder meer omdat de wanden van de slaapkamers op de verdieping zijn uitgevoerd met ramen aan de serrezijde. De serres functioneren als geluidsbuffer, zeker op een luidruchtige locatie als de Elandstraat waar buitenruimtes niet bepaald wenselijk waren. Erkers laten meer licht binnen dan vlakke ramen en bieden uitzicht in de lengterichting van de straat. De erkers in de hoekwoningen bieden zelfs uitzicht in de lengterichting van twee kruisende straten.
De vloerplaten worden ondersteund door kolommen, zonder toepassing van consoles en balken. Dit was mogelijk omdat de overspanningen relatief klein zijn. In de Tussenstrook zijn slanke prefab betonconstructies toegepast die weinig licht wegnemen. De aandacht voor het detail spreekt uit de ronde hoeken van de galerijplaten, de afwerking van de trappenhuizen met tegelwerk en de halfglazen trappenhuizen van de maisonnettes. Vervuiling van de licht gekleurde gevels.door regenwater wordt tegengegaan door aluminium lekprofielen tussen de kozijnen en het stucwerk.
Kleurgebruik is wezenlijk voor de Tussenstrook. De combinatie van twee soorten geel (voor het stucwerk van de buitenwanden), turquoise (voor de liftzetting), hemelsblauw (voor balustrades en doorvalstangen), mintgroen en grijs (voor deuren) mag voor sommigen iets teveel van het goede zijn, over smaak valt nog altijd te twisten. In ieder geval getuigt de kleurtoepassing van een streven mensen een aangename woon- en werkomgeving te bieden. In dat opzicht gaf de Tussenstrook meer 'terug' dan de stad zelf had durven vragen.
In 1993 maakte Bosch een voorlopig ontwerp voor een uitbreiding van de Tussenstrook met woningen en winkels. Na zijn overlijden was Compaan architecten verantwoordelijk voor de uitvoering van het definitief ontwerp.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...