Naam: Ondergrondse kunstbewaarplaats Hoge Veluwe Otterlo
Type: opslagruimten;
Opdrachtgever: Rijksmuseum Kröller-MüllerRijksgebouwendienst (intern)
Architecten: Bremer, G.C. (Rijksgebouwendienst), 1939, 1943, supervisie-; Emmen, J. (Rijksgebouwendienst), 1939, 1940, technisch ontwerp-; Engel, H.J.J. (Rijksgebouwendienst), 1939, 1940, technisch ontwerp-;
Adres: Houtkampweg bij 6, Otterlo;
Archiefgegevens: Koninklijke Bibliotheek/
Bijzonderheden:

Deze ondergrondse kunstbewaarplaats (210 m3) is een geheel met zand en aarde bedekte, rechthoekige betonnen constructie. De zandlaag was aanvankelijk 3 meter dik, maar werd later aangevuld tot 7 meter, met een laag natuursteen ertussen. De entree is een bakstenen tunnel. De kunstbunker werd gebouwd in de herfst van 1939 naar ontwerp van J. Emmen, hoofdingenieur van het Rijksgebouwendienst, met medewerking van H.J.J. Engel en waarschijnlijk ook van van Bremer, zoals later bij de kunstopslagplaats in Paasloo. De collectie van het Kröller-Müller werd tussen 22 juli 1940 en 5 oktober 1945 hier opgeslagen. De toegang werd in 1943 opgetrokken uit baksteen. Boven de deur is het embleem van de Hoge Veluwe (een kruis in een gewei) afgebeeld. Het embleem, naar ontwerp van H. van de Velde, is omgeven door twee tekstbanden in het Latijn. Op basis van een gesprek met de dochter van Bremer, Annie, omschreef Van Nieuwpoort het toezicht op de uitvoering van het Museum Kröller-Müller van H. van de Velde in 1936-1938 aan als een werkzaamheid van Bremer. Waarschijnlijk refereerde Annie Bremer echter aan het ontwerpen van de kunstbewaarplaats.

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...