De villa van Cochius heeft een afwijkende ruimteverdeling ten opzichte van de doorsnee villa omdat het pand van het type dijkhuis is. In het achterdeel van het souterrain zijn enkele woonfuncties ondergebracht: een kinder- en speelkamer, een rijwielberging, een bad- en droogkamer alsmede een (bij-) keuken. In het deel dat in het dijklichaam is opgenomen zijn ruimten voor de verwarming en opslag gesitueerd. Op de Bel-etage zijn aan de voorgevel de woonkamer met een aangrenzend boudoir en een haardzitje. Aan de tuinkant zijn de eetkamer en een dienkamer gelegen. Op de verdieping bevinden zich de ouderlijke slaapkamer, kinderkamers en een kamer voor een 'juffrouw' alsmede een vrij grote badkamer. Onder de kap, tenslotte, zijn nog dienstbodekamers en twee logeerkamers. De naam van de villa verwijst naar de esoterische belangstelling van de bouwheer. Eerder bouwde De Clercq de villa Lingesigt. Tevens bouwde hij in opdracht van de directie van de glasfabriek een aantal arbeiderswoningen. De villa draagt in siermetselwerk het jaartal 1914. Het gebouw huisvest nu het Glasmuseum Leerdam.