Naam: Kantoorgebouw Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij Semarang
Type: kantoorgebouwen;
Opdrachtgever: Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij (N.I.S.)
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Ou�ndag, B.J.; Klinkhamer, J.F.; Citroen, C.;
Bijdragen: D.W. Hinse -uitvoering-,
Adres: Bodjong, Semarang;
Bijzonderheden:

De Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij (N.I.S.), gezeteld in Nederland, verzocht P. DuRieu te �s-Gravenhage een nieuw kantoorgebouw te ontwerpen, maar DuRieu overleed echter vroegijdig en de opdracht ging naar prof. Jacob F. Klinkhamer te Delft en B.J. Ou�ndag te Amsterdam. Citroen is van 1902 tot 1915, hij vertrekt dan naar Surabaya, werkzaam op het kantoor van B.J. Ou�ndag te Amsterdam. Hij werkt hier aan het in 1907 opgeleverde administratiegebouw voor de Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij te Semarang. Dit gebouw (mede) te ontwerpen bood Citroen de mogelijkheid zich te verdiepen in de voor de tropen benodigde bouwtechnieken.
In november 1902 vertrok D.W. Hinse met bouwtekeningen naar Indi� om de werkzaamheden in eigen beheer uit te gaan voeren. De grond bleek echter zeer slecht: deze moest tot vier meter worden uitgegraven en met vulkanisch zand worden aangevuld. Het bleek ter plaatse te gaan om een kleisoort die zeer sterk kan inklinken, afhankelijk van de periode, de droge of natte moesson.
De fundering ligt op 1,20 meter onder maaiveld en bestaat uit een 1 meter hoge betonfundering waarop de kalistenen muren van de plint rusten. De muren zijn van gebakken Indische steen en de vloeren bestaan uit troggewelven tussen ijzeren balken, bedekt met hardgebakken vloertegels. De constructie bestaat uit moerbalken in langsrichting. Alle materialen, met uitzondering van de bouwmuren, het hout en de bijgebouwen, zijn afkomstig uit Europa, waaronder onder meer 350 kubieke meter graniet. Bovendien is er geen enkel stuk steen verhakt op de bouwplaats; alles is op maat gemaakt in Europa en toen verscheept.
Bij het ontwerpen van dit gebouw is op een zorgvuldige manier omgegaan met de benodigde ventilatievoorzieningen. De grote traphal dient als prise d�air. Er is weinig lichtinval en veel ventilatie door de combinatie van voor- en achtergalerijen. De ruime binnengang die uitmondt in de traphal dient eveneens voor de ventilatie en zorgt zodoende voor koeling. De kantoorruimten hebben door middel van roosters verbinding met deze middengang. De toiletten liggen achter het hoofdgebouw, omdat deze gescheiden moesten blijven zoals bij de meeste gebouwen uit die tijd in Nederlands-Indi�. Er is wel een loopverbinding.
De eerste paal werd geslagen op 27 Februari 1904 en het gebouw werd op 1 juli 1907 opgeleverd.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...