Naam: Woningen en bedrijfsruimten Bickerseiland Amsterdam
Type: bedrijfsruimten; ,woonhuizen;
Opdrachtgever: Stichting Lieven de Key
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Ley, P. De, 1972, 1975, eerste fase:Bickersgracht 210-218, Grote Bickerstr-; Ley, P. De, 1974, 1977, tweede fase:Bickersgracht 230-254, Grote Bickerstr-; Bout, J. van den, 1972, 1975, eerste fase:Bickersgracht 210-218, Grote Bickerstr-; Ley, P. De, 1974, 1982, renovatie Grote Bickerstraat 285-301 tweede fase-;
Bijdragen: Sanders Verenigde Bouwbedrijven, Arnhem -uitvoering-, Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen bv -uitvoering tweede fase-, Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting Amsterdam -begeleiding-,
Adres: Bickersgracht 210-218 (voorheen 70-72 ), 230-254 (, Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/LEYP 5, 6, f 20, f 42,7, 8, 9, 10, f17, f21, 11,12,13, 14, 15, 16, 17, 18, f
Bijzonderheden:

Amsterdam kende vanaf 1950 verschillende gebieden die drastisch gesaneerd moesten worden en bij het rijk voorgedragen werden in het kader van de Wederopbouwwet. Dit had tot voordeel dat het rijk 80% van de sloopkosten en het bouwrijp maken op zich zou nemen. Hieronder viel ook het Bickerseiland. Rond 1960 werd een groot deel van het Bickerseiland al gesloopt. Er zouden vier grote kantoorgebouwen komen, waarvan het eerste, de Walvis, in 1964 gereed kwam. In 1969 werd het tweede kantoorgebouw, de Narwal, opgestart, wat begin 1970 bij toeval werd ontdekt. De buurt, georganiseerd in het Actiecomit? Westelijke Eilanden, kwam in actie voor behoud van het oorspronkelijke karakter: kleinschalige bebouwing met een menging van wonen en werken. Het was een van de eerste buurtactiegroepen in Nederland die zich verzetten tegen grootschalige nieuwbouwplannen van gemeenten, die gebaseerd waren op de idee?n van de 'functionele stad'. Vanaf 1970 werkten Paul De Ley en Jouke van den Bout, die toen nog studeerden aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, samen met de buurtbewoners aan een nieuw bestemmingsplan. Het bestaande bestemmingsplan was uit 1953 en was er op gericht om in de binnenstad voorrang te verlenen aan bedrijfshuisvesting en autoverkeer ten koste van de oude woonwijken. Bewoners van het Bickerseiland verzetten zich heftig tegen de daarvoor noodzakelijke afbraak van hun woningen en ijverden voor renovatie en verbetering van hun woonomgeving. Het tweede kantoorgebouw, de 'Narwal' (1973, gebouwd naar ontwerp van het bureau Zanstra, Gmelig Meyling, De Clerq Zubli) was niet meer tegen te houden. De buurt voelde zich verraden door hun 'rooie' wethouder Han Lammers, op wie ze hun hoop gevestigd hadden. Samen met de buurtbewoners ontwikkelden Paul De Ley en Jouke van den Bout een eigen plan. Dit leidde tot een wijziging van het bestemmingsplan in 1972. De buurt kreeg weer als van ouds een gemengde bestemming met zowel wonen als werken. Het was het eerste tastbare resultaat van buurtverzet tegen het oprukkende cityvormingbeleid. Aangezien de grond op het Bickerseiland in particulier eigendom was, werd de gemeente aangezet tot de aankoop van de grond ten behoeve van sociale woningbouw. Paul De Ley: 'Het was allemaal particuliere grond en het was de bedoeling om die kantorenbouw door te zetten tot aan de spoorlijn. Om daar een stokje voor te steken was het nodig dat de gemeente die terreinen aan zou kopen t.b.v. sociale woningbouw. De gemeente was daar niet zo happig op, omdat ze dacht dat er niet genoeg woningen gebouwd konden worden. Wij hebben volumestudies gemaakt om aan te tonen dat woningbouw daar wel rendabel is en dat daarom het bestemmingsplan gewijzigd zou moeten worden' (interview). De woningen en de situatie voldeden niet helemaal aan de 'wenken en voorschriften' voor de woningbouw. Om een hoge woningdichtheid te bereiken werd er uitgegaan van een smalle kavelbreedte en grote kaveldiepte. Bij Bouw- en woningtoezicht werd gesproken van: 'Slurvenbouwers zijn jullie'. En de brandweer: 'Moordenaars zijn jullie'. De gemeente ging pas overstag nadat de buurt het project in het ruimtelijk laboratorium had nagebouwd. Het project viel onder de woningbouwprojecten met het ministeri?le predikaat 'experimenteel' en dat betekende extra subsidie. Paul De Ley reageerde daarop: 'Het is triest dat de bouw zo verarmd is dat normale dingen experimenteel worden genoemd...'. De eerste fase van het project aan de Bickersgracht en de Grote Bickerstraat betrof de bouw van 18 woningen en 2 bedrijfsruimten in de periode van 1972-1975 naar het gezamenlijk ontwerp van Paul De Ley en Jouke van den Bout. De bestaande rooilijnen werden gehandhaafd. Het was een kleinschalige invulling met woningbouw voor buurtbewoners. Het was nadrukkelijk de bedoeling om de bestaande structuren van de buurt te handhaven en binnen de bestaande rooilijnen te blijven. In een smalle strook, die als ruggengraat over het langwerpige eiland liep, was een bebouwing van lange en smalle woningen (20 bij 4,5 meter) ontworpen, die wisselend aan de straat of aan de gracht lagen. In het middengebied was een lichthof om voldoende daglicht in de woningen te krijgen. Aan de lichthof lag de keuken, die als verbinding fungeerde tussen woonkamer en slaapkamers. De woonkamers hadden brede erkers met openslaande deuren. Ter verlevendiging van de straatzijde werd - naast het toepassen van bouwkundige middelen als erkers - gekozen voor een omgekeerde schakeling, dat wil zeggen dat 50% van de woonkamers aan de grachtzijde en 50% aan de straatzijde waren ontworpen. Dat betekende wel dat de laatste groep uitzicht had op de Narwal. Ondanks dit bezwaar gaf toch het stedenbouwkundig motief de doorslag. Met de ruime entrees en het gemeenschappelijke dakterras werden voorwaarden gecre?erd voor sociale contacten. Paul De Ley: 'Het meest trots ben ik op de dakplatten en lichthoven, dat is een stukje stedelijkheid waar ik in geloof. De groepering van woningen rondom een lichthof dat is toch iets fijns. Het zijn kleine dingen, maar ze zijn erg belangrijk. Maar al die voorschriften...'. De namen van Paul De Ley en Jouke van den Bout zijn vereeuwigd in een gevelsteen aan de Bickersgrachtzijde met de tekst: 'Bouwplan ontworpen door architecten Jouke van den Bout en Paul de Ley, dankbare buurtbewoners 29-9-1973'. De tweede fase bestond uit de bouw van 19 woningen (2 projecten van 13 + 6 woningen) en 3 bedrijfsruimten en bovendien de renovatie van 2 bestaande panden. De nieuwbouw is gerealiseerd in de periode van 1974-1977 en de renovatie in de periode van 1974-1982, in beide gevallen naar ontwerp van Paul De Ley. Op de plek van de 13 woningen was een chemicali?nhandel gevestigd, die door de actie van de buurt naar het westelijk havengebied was vertrokken. Ook hier was zoals bij de eerste fase in het middengebied van het bouwplan een lichthof aangebracht, die gekoppeld was aan een onderdoorgang naar een gemeenschappelijke binnenplaats met trappenhuis en bergingen, die weer in verbinding stond met een overdekte gemeenschappelijke binnenruimte. Op deze wijze kwam er veel daglicht in de woningen en tegelijkertijd functioneerden deze ruimten als ontmoetingsplekken. Het cre?ren van dergelijke plekken als overgangsgebieden en ontmoetingsplaatsen verwijst naar de idee?n van de Forumbeweging. Dit zogenaamde contextualisme was kenmerkend voor deze periode van stadsvernieuwing. Het was het tastbare bewijs dat stadsvernieuwing anders ingevuld kon worden dan gemeentebesturen voor ogen hadden. Het 'verhaal van een andere gedachte' had vorm gekregen. Op de verdieping zijn bij enkele woningen houten serreachtige uitbouwen buiten de rooilijn aangebracht om aan het vereiste woonoppervlak te voldoen. Voor het hele stadsvernieuwingsplan op het Bickerseiland, dat gericht was op 'bouwen voor de buurt' en een hoge woningdichtheid had, gold dat er in de bouwwijze gezocht was naar aansluiting bij de historische bebouwing in de omgeving. De traditionele bouwwijze met mansardekappen, erkers en serres en de kleinschalige diversiteit sloot aan bij de bestaande pakhuisbebouwing in de omgeving. De woningen zijn als zelfstandige eenheden in de gevel herkenbaar.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...