Het gebied rondom de Boerenwetering in Amsterdam was grotendeels v r de tweede wereldoorlog bebouwd. Omstreeks 1955 waren er nog enkele plekken onbebouwd gebleven. Naast projectontwikkelaars kregen ook particulieren de gelegenheid hier een woonhuis neer te zetten. Om in aanmerking te komen voor gemeentelijke subsidie moest de woning onder de 500 m3 blijven. Hiertoe werd de entree en 2 erboven gelegen balkons niet buiten de gevel geplaatst maar juist inpandig. De entree is aan de zijkant van het huis en geeft direct toegang tot een ruime hal gelegen tussen de eetkamer aan de voorkant van het woonhuis en een woonkamer aan de achterkant. Door de grote glazen puien in voor- en achtergevel, maar ook in de wanden van de hal komt er veel licht naar binnen. Het was het uitdrukkelijk verzoek van opdrachtgever Lachotzki om een aparte eet- en woonkamer te hebben. De woonkamer diende bovendien uit te kijken op de Boerenwetering die achter het huis liep. Er is een licht en transparant trappenhuis naar de eerste en tweede verdieping dat aansluit op de entreehal. Het is een comfortabele luie trap met halverwege een overloop. Op de verdiepingen komen de verschillende ruimtes uit op de centrale trappenhal. Er is veel aandacht besteed om de ruimte optimaal te benutten met als gevolg: ruime kamers en praktische opbergkasten. De vormgeving is strak en eenvoudig, zodat het bijna 50 jaar later nog eigentijds oogt. Er zijn 3 badkamers aanwezig. Overigens was ten tijde van de bouw op die plek in de Boerenwetering een zogeheten overhaal. In plaats van een sluis werden bootjes waarmee de boeren hun groenten en fruit aanvoerden op elektrisch bediende karretjes gezet om het verschil in waterniveau te overbruggen. Vanaf de kade moest er een pad vrij gehouden worden voor de aanvoer van de producten. Dit had tot gevolg dat de tuin van Herman Heijermansstraat 35 anderhalve meter smaller was. Omstreeks 1965 werd de overhaal opgeheven en kon de tuin verbreed worden. In het woonhuis Herman Heijermansstraat 35 woont opdrachtgever Lachotki vanaf de oplevering in 1958, nog steeds met veel plezier en noemt het huis een fijne plek om oud te worden. Het huis is van top tot teen nog in de oorspronkelijke staat, tot en met de bergkasten en doorgeefluikjes naar de keuken en de verlichting boven de eetkamer. Er is nog steeds geen dubbele beglazing. Naast het woonhuis is een garage met achterin een aparte en uitermate praktische ruimte die vanuit de tuin te bereiken is. Hier is voldoende plaats voor de wasmachine en het ophangen van de was. De enige aanpassing aan het woonhuis is een extra glazen pui, waarmee de inpandige entree afgesloten wordt. Hierdoor ontstaat er een tochtportaal en wordt koude en wind buiten gehouden. In dit huis is een z.g. bloemenvenster toegepast: het raam wordt aan de buitenkant iets uitgebouwd van boven wat versmald, zodat een brede nis verkregen wordt om planten op te plaatsen; terwijl door het schuin plaatsen der ruiten het effect van bloemenvenster vergroot zonder zo'n enorme kast uit te bouwen. Hier is aan de kamerzijde geen ruit geplaatst, om de planten toch nog in de kamer te houden, terwijl voldoende ventilatie mogelijk is door uitzetbare raampjes aan de onder- en bovenzijde te maken. Het bloemenraam kan aan de kamerzijde afgesloten worden met een glasruit. In dat geval moeten er voor ventilatie in het bloemenvenster worden gezorgd. Mocht de bezonning wat te fel zijn, dan kan dit getemperd worden met een eenvoudig rolgordijn, of zonnescherm.