Voor zijn vader Cornelis Theodorus Tholens, timmerman-aannemer van beroep, tekende Karel dit eenvoudige huisje, dat daarmee tot de vroegst bekende ontwerpen van zijn hand behoort. Het pand heeft twee bouwlagen en bestaat uit de woonverdieping en een zolder met karakteristieke, asymmetrische kap. De rechthoekige plattegrond heeft een eenvoudige opzet, met links drie achter elkaar gelegen kamers en rechts de lange gang die vanaf de voordeur naar de keuken leidt, die achter het woonhuis ligt en daar met een tussenlid mee verbonden is. Deze indeling is afleesbaar in de gevel, met links twee ramen en rechts, in een rondboogportaal, de ingang. Op de verdieping heeft ook de zolder twee ramen. De topgevel daarboven is asymmetrisch en aan de rechterzijde verder naar beneden doorgetrokken om de ingang te accentueren. Een rond venster in de topgevel verlicht de vliering. De gevels zijn opgemetseld in een lichtgele baksteen met accenten in rode baksteen, zoals de rollagen boven de ramen en de randen van de topgevel. Tevens is siermetselwerk in de borstweringen op de verdieping aanwezig. De rechthoekige keukenuitbouw achter het voorhuis is voorzien van een lessenaarsdak. Tholens heeft met dit werk een krachtig ontwerp geleverd, dat in zijn eenvoud en door het achterwege laten van historische stijlcitaten na ruim een eeuw nog steeds een tijdloze uitstraling heeft. Cornelis Tholens heeft naar alle waarschijnlijkheid, ondanks zijn hoge leeftijd, het toezicht op de uitvoering op zich genomen.