Naam: Complex woningen en winkels AWV St. Antoniesbreestraat e.o. Amsterdam
Type: winkels; ,woningbouwcomplexen;
Opdrachtgever: Algemene Woningbouwvereniging, Amsterdam
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Bosch, Th.J.J. (Van Eyck & Bosch), 1975, 1976;
Bijdragen: Sanders Verenigde Bouwbedrijven -uitvoering-,
Adres: Zwanenburgwal, Amsterdam; St. Antoniesbreestraat, Amsterdam; St. Antoniesluis, Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/BOSC 88-n403, 89, 90, 91, f92-n93, n404, 478
Bijzonderheden:

Het was het eerste wederopbouwproject in een omgeving die nog in 1977 veel weg had van een niemandsland. Nadat voor de aanleg van de metro de meeste panden aan de St. Antoniesbreestraat waren gesloopt en de wederopbouw kon beginnen, ontstond er een conflict over de nieuwe rooilijnen. De gemeente had weliswaar formeel afstand genomen van een verkeersweg dwars door de Nieuwmarktbuurt, binnen de dienst waren er in 1975 nog steeds voorstanders van het plan de St. Antoniesbreestraat een breed profiel te geven. Van Eyck en Bosch wonnen de slag. De rooilijn van het in de 17e eeuw gebouwde Pintohuis, dat net als de Zuiderkerk als monument was blijven staan (en momenteel in gebruik is als Openbare Bibilotheek), werd maatgevend voor de nieuwe wand van de St. Antoniesbreestraat. Gesteund door de buurt lukte het, het nieuwe blok in de rooilijn van het tot bibliotheek getransformeerde patrici?rshuis te situeren.
De St. Antoniesbreestraat moest weer de levendige hoofdstraat worden van weleer. De hoek werd daarom ingevuld met een plint van bedrijfsruimtes langs een beschutting biedende arcade. De combinatie van woningen met kleine bedrijfsruimtes, zoals Bosch die zo graag zag in de binnenstad, moest worden bevochten op het Amsterdamse grondbedrijf dat somber was over de exploitatie. Het tegendeel werd bewezen. Bewoners hadden aangegeven dat zij genoegen zouden nemen met kleine woningen, zolang zij maar in de straat konden terugkeren. Bosch slaagde er toch in relatief ruime woningwetwoningen te laten realiseren. Met 11 maisonnettes is de diversiteit in woningtypen weliswaar kleiner dan in latere projecten in de buurt, vanwege het gebogen grondvlak van het bouwblok en kleine variaties in de plattegronden, is geen woning hetzelfde. Om zoveel mogelijk verblijfsruimtes van de woningen op de straat en de zonkant te ori?nteren, worden de woningen aan de binnenzijde van het bouwblok via portieken ontsloten. De situering op de hoek gaf aanleiding op de kopse zijde van het blok een open buitentrap te situeren die naar de eerste verdieping en de portieken voert. Daaronder zijn rug aan rug tegen de achterzijde van de bedrijfsruimtes de bergingen geplaatst.
'Moderne pakhuisjes' was ??n van de wat schampere kwalificaties van de nieuwe gevelwand. Getuige de vele gevelstudies was Bosch op zoek naar een eigen signatuur. Met Van Eyck werden felle discussies gevoerd over het geschikte gevelbeeld. Van Eyck was van mening dat als het pakhuis als referentiebeeld diende, de traditionele baksteenarchitectuur (met gemetselde bogen) ook consequent moest worden toegepast. Indien mansardekappen werden toegepast, zouden die (zoals voor het project in Deventer) van glas moeten zijn, waarmee het door Van Eyck afgekeurde historisme werd vermeden. Bosch ging zijn eigen weg, maar koos er uiteindelijk wel voor de raampartijen in de geveltoppen tot aan de dakrand door te zetten. Het gevelbeeld wordt bepaald door robuust metselwerk met in het zicht gelaten betonnen lateien en gele en blauwe houten kozijnen. De kapvorm werd ingezet om de parcellering te accentueren waardoor, net als met de pilasters van het Pintohuis, de straatwand verticaal wordt geleed.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...