Naam: Basisschool De Zevensprong St. Hubertuspad Amsterdam
Type: basisscholen;
Opdrachtgever: Bestuur Jenaplan basisschool, namens het STOAG.
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Tj. Dijkstra (Architectenbureau Dijkstra), 1992, 1994; K. Bosch (Architectenbureau A.A. Bosch en Partners bv Baarn), 1994, tekenwerk-; B. Jongerius (Architectenbureau Dijkstra), 1992, 1994, tekenwerk voorlopig en definitief ontwerp-; Tj. Dijkstra (Architectenbureau Dijkstra), 1993, peuterspeelzaal en naschoolse opvang-; Tj. Dijkstra, (architectenbureau Dijkstra), 1996, uitbreiding-; Tj. Dijkstra (Architectenbureau Dijkstra), 1999, 2003, uitbreiding-; J. Van Hal (C. Drost bv Veenendaal), 1994, advies electrotechnische installaties-; R. van der Plas (Halmos bv adviseurs), 1994, advies werktuigkundige installaties-;
Bijdragen: J.L. Baljon -terreinaanleg-, Boers Veenendaal -uitvoering-, Van Iwaarden, stand en interieurbouw -interieur-, Installatiebedrijf Schans Veenendaal -installaties-,
Adres: St. Hubertuspad, Nieuw Slot, Amsterdam;
Archiefgegevens: archief Dijkstra/9207, 9301, 9604, 9704, 9909
Bijzonderheden:

In 1992 kreeg Tjeerd Dijkstra de opdracht voor het ontwerp van een nieuw te bouwen jenaplan basisschool. De opdracht was in eerste instantie gegeven aan het bureau A.A. Bos en Partners uit Baarn. Maar het ontwerpproces verliep niet naar wens en de supervisor van Nieuw Sloten, L. Baljon, verlangde betrokkenheid van Dijkstra. Er ontstond een samenwerkingsverband tussen Bos en Dijkstra, waarbij Bos het tekenwerk verzorgde. Dijkstra ontwierp een licht gekromd bouwvolume, daarmee aansluiting zoekend op de gebogen straten uit het stedenbouwkundig plan. De radii en ori�ntering van het schoolgebouw wijken echter af van die van het stratenplan, zodat een verbijzondering ontstond die past bij de maatschappelijke functie van het gebouw. De school omvatte acht klaslokalen aan de zuidzijde, een speellokaal en enkele nevenruimtes, gerangschikt rondom een gemeenschappelijke hal. Langs de klaslokalen liep een zogenoemde �werkgang�: een gang over de volle lengte met uitzicht naar buiten die voorzien werd van werkbladen voor individuele bezigheden. De dakconstructie bestond uit waaiervormige verlijmde houten liggers die in de dwarsrichting van het gebouw lopen. Aan weerszijden kwamen transparante kunststof goten die niet alleen dienden als regenafvoer, maar ook als daklicht.Al twee jaar na de opening, in 1996, ontstond er behoefte aan uitbreiding van de school met vier klaslokalen en een handenarbeidlokaal. Dijkstra plaatste deze uitbreiding aan de noordzijde. De �werkgang� kwam daardoor intern te liggen. In 1999 volgde een derde uitbreiding, waarbij het bestaande speellokaal werd vergroot en ingericht als gymzaal. Ook werd aan de noordzijde een verdieping op het bestaande gebouw gezet. Hierin werden vier klaslokalen, een bibliotheek, studieruimtes en een lerarenkamer ondergebracht.In het gebruik heeft het gebouw een aantal ingrijpende veranderingen ondergaan. Buurtkinderen gebruikten het flauw hellende dak van de school als speelterrein. Daardoor ontstond, ondanks allerlei beschermende maatregelen, schade aan de daklichtstroken in het dak. De lichtstroken van de acht klaslokalen op het zuiden moesten worden dichtgezet. De lokalen verloren met het bovenlicht, veel van hun zonnige karakter en raakten overwegend aangewezen op kunstlicht. Een tweede aantasting van de ruimtelijkheid van de school ontstond toen, eveneens vanwege vandalisme, een groot deel van de ventilatieopeningen in de gevels van de klaslokalen werd dichtgezet. Als gevolg daarvan moest een luchtbehandelinginstallatie worden aangebracht. In de licht geconstrueerde school kon die niet achter plafonds worden weggewerkt. Het schoolbestuur verzuimde Dijkstra als architect bij deze ingreep te betrekken. Nu domineren immense luchtkanalen het interieur en is er van de ruimtelijkheid van de hal en de verkeersruimten weinig meer over. Ondanks dit alles heeft het gebouw een grote gebruikskwaliteit behouden.

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...