Door een eenvoudige rangschikking van de bouwvolumes heeft Dudok een evenwichtige compositie gekregen. De gesloten voorgevel wordt verlevendigd door een doorgangsportaal op dunne kolommen die tot de onderkant van de dakplaat doorlopen, door de ronde toegangspoort tot de aula en door de massieve schoorsteen boven de wachtkamer. De achtergevel met zijn smalle, hoge ramen is meer open. Het hoofdgebouw is evenals de opzichterswoning witgepleisterd en heeft een plat dak. Opvallend aan de opzichterswoning is het grote muurvlak boven de raamstrook van de huiskamer. Zie voor literatuur de bibliografie aan het eind van het essay over W.M. Dudok.