Naam: Woningbouwcomplex Het Witte Dorp - Robbeneiland Rotterdam
Type: woningbouwcomplexen;
Opdrachtgever: Woningbedrijf West, Rotterdam
Uitgevoerd: ja
Bestaand: 2005
Architecten: Oorthuys, F., 1986, 1992, maquette-; Schouten, J., 1986, 1992, medewerking-; Wesselingh, F., 1986, 1992, medewerking-; Ley, P. De, 1986, 1992;
Bijdragen: Ley-Reus, M. De -kleuradvies-,
Adres: Galjoenstraat, Rotterdam; Prof. Poelstraat, Rotterdam; Karveelstraat, Rotterdam; Kanostraat, Rotterdam; Botterstraat, Rotterdam; Hoogaarspad, Rotterdam; Zeeschouwstraat, Rotterdam; Sloeppad, Rotterdam; Brikstraat, Rotterdam; Aakstraat, Rotterdam; Damloperplein, Rotterdam; Gondelstraat, Rotterdam; Schokkerstraat, Rotterdam; Klipperpad, Rotterdam; Kotterstraat, Rotterdam; Fregatpad, Rotterdam; Witte Dorphof, Rotterdam; Dremmelaarstraat, Rotterdam; Bomstraat, Rotterdam; Barkasstraat, Rotterdam; Baardse straat, Rotterdam;
Archiefgegevens: NAi/LEYP 75, 89, 84, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 85, 86, 87, 88, 90, f8, f25
Motto: Damloperplein
Bijzonderheden:

Het oorspronkelijke Witte Dorp was in 1922-1923 door J.J.P.Oud ontworpen als complex noodwoningen met een geschatte levensduur van 25 jaar. Na een kostbare renovatie in 1977-'78 vertoonde het dorp in 1984 zodanige problemen, dat het rijp was voor de sloop. Het grootste probleem was de fundering. De woningen waren gebouwd op betonplaten in plaats van op heipalen, wat leidde tot verzakking, scheuren en vochtigheid. Aan drie architectenbureaus werd een meervoudige studieopdracht gegeven, die een stedenbouwkundig plan zou behelzen inclusief ontwerpen voor woningen en een faseringsplan t.b.v. sloop en nieuwbouw. Er zou een nieuw dorp moeten komen met de kwaliteiten van het oude Witte Dorp. De nieuwbouw moest als dorp herkenbaar zijn, compleet met een centraal dorpsplein en ondiepe, brede dorpswoningen. Hoogbouw werd afgewezen. Het plan moest uitgaan van het bestaande driehoekige bouwterrein en ongeveer 270 woningen in de sociale sector omvatten, grotendeels in twee bouwlagen uitgevoerd, met besloten binnenterreinen. Op het aanpalende Robbeneiland zou een gebouw van drie lagen komen voor ouderen. De drie deelnemende architectenbureaus waren: De Nijl uit Delft, DKV (Dobbelaar De Kovel De Vroom) uit Rotterdam en Paul De Ley uit Amsterdam. Dankzij de actieve bewonersorganisatie konden de bewoners zelf hun stem uitbrengen over de plannen. Er werd met 93 stemmen gekozen voor het plan 'Damloper' van Paul De Ley, het plan van DKV kreeg 88 stemmen en dat van De Nijl slechts twee. Toch hadden de bewoners nogal wat bezwaren tegen het oorspronkelijke ontwerp. Het waren zware confrontaties, waarbij Paul De Ley alles uit de kast moest halen om zijn opvattingen te verdedigen. De bewoners wilden bijvoorbeeld de schuine oranjerode pannen daken terug, die zo kenmerkend waren voor het Witte Dorp van Oud, maar dat strookte niet met de heldere en effici?nte indelingen die ze in het plan van De Ley juist waardeerden. De bewoners wilden ?n de ruime woningen van De Ley ?n een kap erop. De discussies hierover liepen zo hoog op dat De Ley overwoog de samenwerking maar op te zeggen. Om de voortgang van de stadsvernieuwingbouw niet te vertragen wist het actiecomit? o.l.v. Aat Plomp De Ley over te halen om door te gaan. De schuine kappen zijn er niet gekomen. Het woningtype van Paul De Ley is breed en ondiep, zodat de woningen dichtbij elkaar te plaatsen zijn. Er is uitgegaan van ??n basistype dat eindeloos te vari?ren is. Het ontwerp bestaat uit 240 laagbouwwoningen rond een plein in evenwijdige bouwblokken, die noord-zuid liggen en evenwijdig lopen aan de Barkasstraat. De bouwblokken zijn aan ??n kant geopend en geori?nteerd op het centraal gelegen dorpsplein, waar bijna alle straten op uitkomen. De woningen hebben drie tot zes kamers. Alle huizen zijn voorzien van een badkamer met douche, een tuin en voor de driekamer woningen een balkon. Op de koppen van de straten zijn hoekwoningen met drie woonlagen. Het nieuwe Witte Dorp heeft platte daken gekregen in plaats van de schuine rode daken van Oud, de plinten zijn van rode betonsteen en de bovenbouw is wit. Dit kleurgebruik lijkt een verwijzing naar het oude Witte Dorp, maar heeft in feite meer te maken met het gebruik van de straat. 'Buiten is ook een verblijfsruimte', meent De Ley. De rode kleur voor de begane grond sluit aan bij het straatmeubilair, waar het eigenlijk een onderdeel van is. Er moet tegenaan gevoetbald kunnen worden. Het centraal gelegen dorpsplein is weliswaar behouden, maar Ouds verkaveling in ringen rond het plein is in het plan van Paul De Ley vervangen door evenwijdige stroken. Goed beschouwd is er van het Witte Dorp van Oud niet veel meer over. De architect: 'Het nieuwe Witte Dorp heeft inderdaad niets te maken met het ontwerp van Oud. De enige overeenkomst is eigenlijk dat het in dezelfde driehoekige ruimte is gebouwd. Verder is het een totaal ander plan. Ik heb me niets aangetrokken van wat er op dit moment nog staat. Dat kon ook niet, want Oud maakte zijn wijk destijds midden in de weilanden, terwijl ik nu te maken heb met een bebouwde omgeving. Vandaar dat ons ontwerp veel opener kon zijn dan dat van Oud.' Uitgangspunt was om het dorp minder benauwend en somber te maken door zo veel mogelijk licht en zon in de huizen te brengen. Daarom is er gekozen voor een breed en ondiep woningtype. De huizen kunnen dan dichter op elkaar staan. Er zijn straatjes met zowel lage als hoge bebouwing, met een maximum van drie woonlagen. Door het werken met verdiepingen was het mogelijk om alle woningen te laten profiteren van de zon. Door het hoge percentage ouderen dat in een keer naar de nieuwbouw moest verhuizen, was het noodzakelijk ruimte buiten het huidige dorp te cre?ren. Op het westelijk gelegen Robbeneiland kwam op de plek van een oude school hiervoor terrein beschikbaar. In aansluiting op de bestaande strokenbebouwing kwamen hier twee witgepleisterde galerijflats met 54 ouderenwoningen. Alle woningen hebben vanuit de zitkamer zicht op de straat; vanuit de woonkeuken kijken de bewoners uit op de groene binnenhof, die op het zuiden gelegen is. De architectuur vertoont overeenkomsten met het woningblok aan de 2e Oosterparkstraat in Amsterdam. De woningen worden aan de noordzijde ontsloten door een tussenliggend dwarsblok. Hierin bevinden zich onder andere de lift en het trappenhuis, van waaruit loopbruggen naar de galerijen in de twee langgerekte blokken gaan. Loopbruggen en galerijen hangen aan stalen kolommen los van de gevel, zoals in de 2e Oosterparkstraat met de balkons aan de achterzijde het geval is, en zijn overdekt met een glazen luifel. Zij vormen in functie en materiaalgebruik een bindend element. In tegenstelling tot eerdere stadvernieuwingsprojecten van De Ley, is hier sprake van strakheid en ingetogenheid: geen verspringingen in de gevelwand, geen uitstekende balkons of serres. Bovendien is er door het materiaalgebruik en het aanbrengen van loggia's op de hoeken van het dwarsblok een zekere lichtheid en transparantie ontstaan. Met de oplevering van de ouderenwoningen op Robbeneiland was de eerste fase van de bouw van het nieuwe Witte Dorp afgesloten. Het plan was er op gericht dat er gefaseerd gebouwd kon worden, zodat tegelijkertijd nieuwbouw en oudbouw naast elkaar bestonden en de bewoners tijdens de bouw niet naar een andere locatie hoefden te verhuizen. In kleurgebruik verwijst het nieuwe dorp naar de kleuren van De Stijl, waar Oud lid van is geweest: grijs en wit stucwerk op Robbeneiland, grijs en rood voor de kozijnen en blauwe deuren. Inmiddels is ook de bouwkeet van J.J.P. Oud op deze locatie herbouwd.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...