Naam: Landgoed De Wittenburg Wassenaar
Type: buitenplaatsen;
Opdrachtgever: Jhr. H.M. Speelman en Sophie Sloet van Oldruitenborgh
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1899, uitbreiding landhuis met koetshuis, koetsierswonin-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1899, uitbreiding landhuis met koetshuis, koetsierswonin-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1899, uitbreiding landhuis met koetshuis, koetsierswonin-; Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1912, uitbreiding met villa-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1912, uitbreiding met villa-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1912, uitbreiding met villa-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1926, verbouwing boerderij tot woonhuis-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1926, verbouwing boerderij tot woonhuis-;
Bijdragen: Copijn, H. -tuin en park-,
Adres: Wittenburgerweg 1, 2244CA, Wassenaar;
Archiefgegevens: Bibliotheek NAi/AR.B.01.NIE4.3095 M,AR.E.04.05.8729 M;Nai/NIEU 454-462 (bestek,
Bijzonderheden:

De opdrachtgevers voor de bouw van De Wittenburg Jhr. Helenus Speelman en zijn vrouw baronesse Sophie Sloet van Oldruitenborgh, woonden aanvankelijk in het huis Nieuwe Uitleg 8 te Den Haag en hadden dit huis al eens door Van Nieukerken laten opknappen. (Nederland's Adelsboek, 44 (1951), 478) Toen zij vervolgens naar de Lange Voorhout 22 verhuisden, werd dit pand door dezelfde architect verbouwd. In 1898 kochten zij van de heer C.J. van der Oudermeulen, de eigenaar van het landgoed Oud Wassenaar, die daar het gelijknamige kasteel had laten bouwen, het landgoed De Wittenburg dat aan Oud Wassenaar grenste. Zij hadden daarv??r geprobeerd de ridderhofstad Broekhuysen bij Leersum in bezit te krijgen maar Jhr. M.I. Pauw van Wieldrecht was hen voor. (Ridderhofstad Broekhuysen, Archief NAi/NIEU10-11) Daarom kochten de familie Speelman het landgoed De Wittenburg om er een geschikt huis te bouwen. Er stond daar toentertijd alleen een boerderij met een tuinmanswoning. Het bureau Van Nieukerken kreeg de opdracht er een landhuis te bouwen, passend bij de andere aristocratische buitens langs dezelfde weg. (De Wittenburg, Archief NAi/NIEU454-462)In nauw overleg met de familie Speelman werden de plannen uitgewerkt. Hun wensen waren echter zeer complex zodat er heel wat gepuzzeld moest worden. Men kwam uiteindelijk uit op een 'typisch Hollands kasteel' met hoge kappen, trapgevels, dwarskappen en kruisvensters met luiken, het geheel beheerst door een stoere toren. De afwerking van de gevels bleef eenvoudig. Het hoofdgebouw zou kloek uit de ervoor liggende vijver oprijzen. Door een walmuur langs de vijver werd de kasteelindruk nog benadrukt. Aan het kasteelachtige uiterlijk van het gebouw zal het voorbeeld van het toen in restauratie zijnde kasteel De Haar bij Haarzuylens niet vreemd geweest zijn. Maar bij het uiteindelijke ontwerp heeft duidelijk het in 1945 verwoeste kasteel Zuilestein bij Amerongen als uitgangspunt gediend. Speelman had een aantal jaren op Zuilestein gewoond en kende het huis dus goed. De Wittenburg zou een nieuw Zuilestein worden, alleen groter en met een hogere toren. In 1899 vond de aanbesteding plaats. De bouw werd vergund aan aannemer H. Mulder uit Terwolde; hij was al op Hoenlo voor de Van Nieukerkens werkzaam geweest. De aanleg van het park en de tuinen was in handen van Henri Copijn, die ook bij kasteel De Haar het park had aangelegd.Was de totstandkoming van het uiteindelijke plan een moeizaam proces geweest, ook tijdens de bouw vonden er nog vele wijzigingen plaats die een vlotte bouw niet bevorderden. Het echtpaar Speelman had zich metterwoon op het schuin tegenover De Wittenburg gelegen landgoed Oud Clingendael gevestigd, zodat zij zich intensiever met de bouw konden bemoeien. Beiden hadden verder niets omhanden en beschouwden de bouw van hun kasteel als een levenstaak. De continue bemoeienissen van het echtpaar veroorzaakten de nodige wrevel, te meer daar Van Nieukerken het tegelijk zeer druk had met zijn werkzaamheden aan het Groningse ziekenhuis. Ofschoon hij niet steeds voor de familie Speelman klaar kon staan, zoals wel van hem werd verwacht, trachtte hij een gulden middenweg te vinden. Marie schreef in zijn memoires: 'Mijn vader was er allerminst de man naar het hoofd te buigen tegenover hetgene tegen zijn overtuiging inging; evenmin om zich zijn werk uit handen te laten nemen of de leiding in handen van zijn principaal te geven, nog minder iemand die op andermans idee?n wachtte om daaruit den te volgen weg te bepalen. Anderdeels was zijn standpunT:men bouwt niet voor zich, maar men dient door bouwen een ander. Zoolang men niet in strijd komt met beginselen en de ondertoon is: zoeken naar het beste, behoort men zijn werk in volsten omvang te dienen en is geen moeite te veel.'(Van Nieukerken, 1942-1962, 142)De grillige wensen van de familie hadden ook vertraging tot gevolg. Herhaaldelijk moesten pas gebouwde gedeeltes worden afgebroken en opnieuw in een gewijzigde vorm worden opgebouwd. Zo werd de toren aanvankelijk, onder protest van de architect, een verdieping lager opgetrokken dan in het oorspronkelijke plan was getekend. Ook de kap werd er al op aangebracht. Het algemene silhouet van het gebouw werd vervolgens toch niet bevredigend geacht en aan vrienden en kennissen (waaronder Victor de Stuers) werd om raad gevraagd. Dit bracht echter nog geen uitsluitsel. De een vond de toren te laag, een andere vond dat de spits hoger moest en een derde vond hele toren maar niets. ( Van Nieukerken, 1942-1962, 141) Het was tenslotte de mening van De Stuers die de doorslag gaf en op zijn aanraden werd de kap er weer afgebroken en de toren een verdieping hoger opgemetseld.Ook aan het interieur vonden tijdens de bouw telkens 'verbouwingen' plaats. Er werd hier voor het eerst een grote hal aangelegd, omringd door de belangrijke vertrekken. Op de verdieping echter zijn de kamers nog langs een lange gang gesitueerd. De inrichting van de verschillende vertrekken was, zoals gebruikelijk, eveneens in handen van het bureau Van Nieukerken. Dit maakte hierbij gebruik van allerlei onderdelen die afkomstig waren van oude herenhuizen uit onder andere Amsterdam en Den Haag. Er werd zoals niet ongebruikelijk in dit soort huizen, een breed scala aan decoratiestijlen toegepast. Iedere kamer in een eigen stijl, waaronder vroeg-renaissance, Vlaamse renaissance, Friese of laat Hollandse renaissance, een kamer in Lodewijk XIV, Lodewijk XV en Lodewijk VI en een in empire stijl. In de hal, de biljartkamer en de herenkamer werden de wat robuustere renaissance en barok stijlen toegepast en in de eetkamer, de salon en het boudoir de wat lichtere rococo en empire. Een groot deel van het stuc- en beeldhouwwerk aan De Wittenburg werd uitgevoerd door de Haagse beeldhouwer A. Alexander waarmee Van Nieukerken vaak samen werkte.In het interieur kan men verwijzingen zien naar een groot aantal bekende huizen en kastelen elders. Oudenaarde, Fontainebleau, Blois, Chambord, Brugge, Amsterdam, De familie Speelman reisde veel en wat zij onderweg aan fraais zagen, wilde ze graag ook in hun huis verwerkt zien. Haarlem, Leeuwarden, Den Haag, overal deden ze idee?n op voor de inrichting van hun huis. (Van Nieukerken, 1942-1962, 147) De voorbeelden betekenden overigens slechts een inspiratiebron voor Van Nieukerken, er werd niets gekopieerd. Bij het kasteel werd tenslotte een stal met koetshuis en koetsierswoning en een poortgebouw neergezet, gegroepeerd rond het voorterrein en omgeven door een gracht. De totale bouw nam ruim twee jaar in beslag.In 1912 bouwde het bureau een villa op het terrein van het landgoed. In 1926 werd een aanwezige boerderij tot woonhuis verbouwd.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...